Wat beslist België in verband met zijn langlevend nucleair afval?
We produceren in ons land radioactief afval. Dat gebeurt bijvoorbeeld via verschillende medische toepassingen. Toch is de voornaamste en de meest bekende bron van dat afval de productie van elektriciteit door kerncentrales. Ook de ontmanteling van die centrales zal nog voor radioactief afval zorgen.
Met A-, B- en C-afval wordt het radioactief afval in drie categorieën verdeeld. Het A-afval zal nog gedurende een periode van 1000 jaar radioactieve stralen uitzenden terwijl het B- en C-afval dat nog zeker 100.000 jaar zal doen. Het afval moet dan ook zo geborgen worden dat de mensen gedurende heel die periode niet aan de radioactieve stralen kunnen worden blootgesteld.
Reeds in 2006 besliste de federale regering om het A-afval bovengronds te bergen in Dessel. Maar over de wijze waarop het B- en C-afval te bergen en over eventuele locaties heeft de regering nog altijd niets beslist. Daardoor is België één van de laatste landen die nog steeds geen beslissing heeft genomen over de berging van zijn langlevend afval. Als gevolg daarvan dreigt ons land in gebreke gesteld te worden door Europa.
Omdat er dringend beslissingen moeten worden genomen over het langlevend nucleair afval heeft NIRAS (Nationale Instelling voor Radioactieve Afval en verrijkte Splijtstoffen), als beheerder van het nucleair afval in ons land, een voorstel uitgewerkt en overgemaakt aan de federale regering. Het voorstel bestaat uit drie stappen. In een eerste stap zou men moeten kiezen voor de geologische berging van het afval. NIRAS stelt dat voor omdat uit onderzoek en het vergelijken van verschillende opties blijkt dat het bergen onder de grond de meest veilige optie is voor het langlevend afval. In een tweede stap zou dan een beslissingsproces moeten worden uitgewerkt om vast te leggen waar (in welke type ondergrond en op welke locatie) het afval geborgen moet worden. De derde stap is dan het finaal vastleggen van de locatie voor het bergen van het afval. In dat verband is al veel onderzoek gedaan naar de berging van het afval in een kleilaag. Maar op vraag van het FANC worden nu ook nog andere geologische lagen (leisteen, graniet en zoutlaag) onderzocht.
VBO - Een beslissing over de berging van het langlevend afval dringt zich op. Het probleem verdwijnt niet of wordt niet kleiner door de beslissing nog verder voor ons uit te schuiven. Dat uitstel is volgens het VBO zelfs schuldig verzuim omdat zo het probleem alleen maar wordt doorgeschoven naar de volgende generatie. Daarenboven zal dat tot gevolg hebben dat heel wat kennis over geologische berging die in ons land opgebouwd end beschikbaar is, verloren zal gaan. Het VBO stelt wel voor dat de optie om het nucleaire afval samen met andere landen op één locatie te bergen niet bij voorbaat wordt uitgesloten.