Europa legt vast hoe het zijn klimaatdoelstellingen wil bereiken
Op het einde van 2022 bereikten de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Europese Raad in triloog een akkoord over enkele klimaatvoorstellen. Nu het parlement dat akkoord heeft bekrachtigd, zet Europa weer een stap in de richting van de effectieve inwerkingtreding van die voorstellen.
Wat was het ‘Fit for 55’-pakket en wat heeft Europa daar al over beslist?
In december 2019 stelde de toen kersverse Europese Commissie haar European Green Deal voor. Een duurzaam toekomstplan voor de Europese Unie omdat, zo concludeerde de Europe Commissie, Europa op zijn economische, ecologische en sociale limieten botst. Een van de aspecten van die Green Deal beschrijft de klimaatambitie om tegen 2030 de uitstoot van broeikasgassen met 55% te reduceren en in 2050 klimaatneutraal te zijn. Om zo vanuit Europa bij te dragen aan de doelstelling uit het klimaatakkoord van Parijs om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C.
Op 14 juli 2021 presenteerde de Europese Commissie haar ‘Fit for 55’-pakket. Een verzameling van wetgevende initiatieven waarmee de Europese Commissie de 55%-reductiedoelstelling voor broeikasgassen tegen 2030 wil waarmaken. In het daaropvolgende jaar gaven zowel het Europees Parlement als de Europese Raad via een rapport hun mening en ideeën over de voorstellen van de Europese Commissie. Wanneer die rapporten klaar waren, is over elk van de voorstellen een triloog, ofwel een overleg tussen de Commissie, de Raad en het Parlement, opgestart. Die akkoorden zijn nu bekrachtigd in het Europees Parlement. Als de Europese Raad nu ook nog instemt met die akkoorden kunnen de voorstellen gepubliceerd worden en enkele belangrijke onderdelen (CBAM, ETS, ETS2 en SCF) effectief in werking treden.
Carbon border adjustment mechanism (CBAM)
Producenten die gevestigd zijn in de EU worden geconfronteerd met extra CO2-kosten als gevolg van het Europees klimaatbeleid. Die kosten bezorgen de producenten een financieel nadeel ten opzichte van de producenten elders in de wereld waar minder of geen aandacht is voor het klimaatbeleid. Via een CBAM – waarbij de invoerders van goederen die zijn geproduceerd in landen met een minder ambitieus klimaatbeleid dan dat van de EU een belasting moeten betalen die afhankelijk is van de broeikasgasemissies bij de productie van die goederen – wil de Europese Commissie opnieuw een ‘level playing field’ creëren voor de Europese producenten. Daarnaast wil de Commissie via het CBAM ook de landen in de wereld zonder klimaatbeleid aanzetten tot het voeren van een doorgedreven klimaatbeleid. Dat zou niet alleen positief zijn voor het klimaat maar ook het ‘level playing field’ met betrekking tot klimaatkosten herstellen.
Het CBAM zal (in een overgangsfase) van start gaan op 1 oktober 2023 voor de sectoren van ijzer en staal, aluminium, cement, meststoffen, elektriciteit en H2. De uitfasering van de gratis uitstootrechten start vervolgens in 2026 en loopt over een periode van 9 jaar. Vanaf 2034 wordt het CBAM definitief van kracht.
Update bestaande emissiehandelssysteem (ETS)
Bedrijven die onder het ETS-systeem vallen, moeten emissierechten aankopen in verhouding tot de hoeveelheid broeikasgassen die ze uitstoten. Daarbij is het belangrijk om te weten dat het totaal aantal emissierechten jaar na jaar afneemt. Op die manier wordt het aanbod aan emissierechten elk jaar kleiner en ontstaat een stijgende druk op de prijs van de emissierechten. Het idee daarachter is dat het voor bedrijven op een bepaald moment economisch interessanter wordt om te investeren in maatregelen om de emissies te verminderen dan om emissierechten aan te kopen.
Om de -62% (*) tegen 2030 te halen, is beslist om de jaarlijkse afname van de emissierechten (de lineaire reductiefactor of LRF) te verhogen tot 4,3% per jaar en na 2027 tot 4,4% per jaar.
Een belangrijke verandering voor de lidstaten is dat ze alle middelen afkomstig uit de verkoop van emissierechten moeten aanwenden voor klimaatbeleid. Tot nu toe was dat 50% van die inkomsten.
Nieuw emissiehandelssysteem (ETS2)
Het Europees Parlement heeft ook ingestemd met een ETS-systeem voor gebouwen en wegtransport. Het gaat daarbij niet over de uitbreiding van het bestaande ETS-systeem naar die twee sectoren, maar wel over de invoering van een volledig nieuw ETS-systeem dat de naam ETS2 krijgt.
Vanaf 2027 zullen ook energie- en brandstofleveranciers uitstootrechten moeten aankopen en inleveren in verhouding tot de emissies van de door hen verkochte hoeveelheden energie en brandstof. Het doorrekenen van die CO2-kost moet de consumenten ertoe aanzetten bewuster om te gaan met hun energie- en brandstofverbruik. Finaal moet het ook leiden tot een vermindering van de broeikasgasuitstoot en een grotere bijdrage van die sectoren aan de globale klimaatambities.
Social climate fund (SCF)
De extra kosten die ETS2 met zich meebrengt, zal de energiefactuur van de consumenten doen oplopen en het vullen van de brandstoftank duurder maken. Om die extra uitgaven te compenseren voor kwetsbare huishoudens, kmo’s en vervoersgebruikers die getroffen worden door energie- en vervoersarmoede werd een sociaal klimaatfonds opgericht. Het sociaal klimaatfonds zal in totaal 65 miljard euro bevatten, gefinancierd door inkomsten uit het ETS- en ETS2-systeem. Lidstaten moeten nu sociale klimaatplannen opmaken om aan te geven hoe ze die middelen zullen besteden aan de beoogde doelgroepen.
VBO – Na de goedkeuring door het Europees Parlement is het nu nog wachten tot de lidstaten definitief hun zegen geven. Zodra die goedkeuring er is, zal na een proces van bijna twee jaar eindelijk duidelijk worden hoe het Europese klimaatbeleid er voor de komende jaren zal uitzien.
(*) Ter herinnering, Europa splitst de reductiedoelstelling van -55% tegen 2030 op in een ETS-doelstelling van -62% (voor de bedrijven met een hoog energieverbruik en veel emissies) en een non-ETS-doelstelling van -40% (te realiseren door alle lidstaten samen).