De zoektocht naar opportuniteiten post-Brexit
Vorige week stelden we ons toekomstplan ‘Horizon BE2030’ voor om van België een stabiel en efficiënt land te maken waar het vruchtbaar ondernemen en aangenaam werken en leven is. Dat plan vertrekt van de vaststelling dat ons land vandaag voor vier grote uitdagingen staat. Een van die uitdagingen is de internationale tendens tot deglobalisering en protectionisme. Voor een kleine, open economie als de Belgische kan dat ingrijpende, negatieve gevolgen hebben.
Die trend van deglobalisering en protectionisme moesten we de jongste jaren niet alleen op internationaal niveau, maar ook op Europees niveau vaststellen. Tal van diplomatieke en commerciële spanningen hadden rechtstreeks of onrechtstreeks een negatieve impact op onze handelsstromen. Zo koos de Britse bevolking er in juni 2016 voor om de Europese Unie te verlaten. Daardoor draaiden we de economische integratie van ons Europese continent een stap terug. Dat leidde niet enkel tot moeilijke onderhandelingen over de terugtrekking uit de EU, ook de onderhandelingen over de toekomstige relatie liepen niet van een leien dakje.
Gelukkig zijn de EU en het VK er uiteindelijk in geslaagd een nieuw akkoord over de handelsbetrekkingen te sluiten. Dankzij dat handelsakkoord worden onze bedrijven, die met het VK handel drijven, niet geconfronteerd met tarieven en quota. Voor de Belgische bedrijfswereld was dat bijzonder goed nieuws. Toch moet gezegd worden dat dit handelsakkoord niet dezelfde voordelen biedt als het lidmaatschap van de Europese Unie. Daardoor krijgen de bedrijven de dag van vandaag te maken met veel nieuwe regels en procedures qua invoer en uitvoer met het VK. Dat alles heeft een negatieve impact op de bilaterale handel tussen België en het VK. Zo is de export naar het VK in 2021 met meer dan 7% gedaald, terwijl de export van België wereldwijd met meer dan 20% is gestegen ten opzichte van 2020.
De overeenkomst bleek het afgelopen jaar de hoeksteen van de betrekkingen tussen de EU en het VK. Zo'n belangrijke verwezenlijking mag niet zomaar op het spel worden gezet. Wij zijn dan ook bezorgd over de spanningen rond de uitvoering van het Protocol inzake Ierland en Noord-Ierland. Wij hopen dat unilaterale acties zullen worden vermeden. Dat is van belang voor de volledige uitvoering van de handelsovereenkomst, maar het zal ons ook in staat stellen onze samenwerking te verdiepen op punten die van cruciaal belang zijn voor het toekomstige concurrentievermogen van de Belgische en Britse ondernemingen.
#BEmissionUK
Deze week, ruim een jaar na de inwerkingtreding van het nieuwe handelsakkoord met de Britten, stak een delegatie van meer dan 400 Belgen, in het kielzog van prinses Astrid, het kanaal over. Als werkgeversorganisatie hechten wij bijzonder belang aan die economische missies om onze handelsbetrekkingen te versterken. Die missies onder het voorzitterschap van Prinses Astrid bevorderen de toegang tot nieuwe markten over de hele wereld en maken het voor Belgische ondernemingen veel gemakkelijker om informatie te verzamelen of contacten te leggen met potentiële klanten of partners. De aanwezigheid van een lid van de koninklijke familie mag niet worden onderschat. Het opent deuren doordat een koninklijk bezoek, naast de officiële contacten, een dynamiek creëert die ons land stevig in de schijnwerpers zet.
Ook het VBO nam deel aan de missie en organiseerde onder meer een activiteit met de Britse minister van internationale handel, Penny Mordaunt. Niet alleen om de Belgische bedrijven te informeren over de vele veranderingen die de Brexit met zich meebracht, maar ook om de bilaterale handel en economische samenwerking te verstevigen. Ook Gertjan Vlieghe, voormalig topbankier bij de Bank of England besprak de economische vooruitzichten in het VK. Als je in een land succesvol wil investeren, moet je immers de economische perspectieven nauwlettend volgen.
Vrijhandel werkt
Voor het VBO kan de oplossing niet liggen in een terugplooien op zichzelf. Integendeel, bij de uitdagingen waarvoor de wereld vandaag staat, is het belangrijker dan ooit om te kiezen voor dialoog en een multilaterale aanpak, en om het begrip ‘free, fair and rules-based international trade’ stevig en permanent weer op de rails te krijgen. Meer dan ooit heeft onze open economie nood aan de verdere diversifiëring van haar uitvoer en invoer.