Nieuwe regels voor verticale overeenkomsten
Vorig jaar heeft de Europese Commissie de nieuwe verticale groepsvrijstellingsverordening (Vertical Block Exemption Regulation, afgekort VBER) en de bijbehorende nieuwe verticale richtsnoeren goedgekeurd. De nieuwe regels zijn een grondige herziening van de regels uit 2010 en bieden bedrijven eenvoudigere, duidelijkere en actuele regels en richtsnoeren. Ondernemingen zullen beter kunnen beoordelen of hun toeleverings- en distributieovereenkomsten verenigbaar zijn met de mededingingsregels van de EU. Ondernemingen hebben tot 31 mei 2023 de tijd om hun bestaande distributieovereenkomsten aan te passen aan de nieuwe VBER. De nieuwe VBER blijft van kracht tot 31 mei 2034.
Het VBO organiseert op 30 januari een studienamiddag waarop die nieuwe regels vanuit een juridisch, beleidsmatig en praktisch standpunt benaderd en toegelicht zullen worden. Meer informatie vindt u via deze link.
Mededingingsrechtelijk facet bij verticale overeenkomsten
Verticale overeenkomsten zijn overeenkomsten tussen twee of meer ondernemingen die actief zijn op verschillende niveaus van de productie- of distributieketen en die betrekking hebben op de voorwaarden waaronder de partijen bepaalde goederen of diensten kunnen kopen, verkopen of doorverkopen.
Het mededingingsrecht, meer bepaald artikel 101 VWEU, verbiedt echter overeenkomsten tussen ondernemingen die de mededinging beperken, bijvoorbeeld door onderling te verregaande afspraken te maken. Om ondernemingen meer rechtszekerheid te bieden over de legitimiteit van hun afspraken worden door de VBER bepaalde overeenkomsten vrijgesteld van het verbod van artikel 101 VWEU. Op die manier wordt voor bepaalde overeenkomsten een veilige haven gecreëerd.
De VBER gaat vergezeld van de richtsnoeren inzake verticale beperkingen, die een leidraad bieden voor de interpretatie en toepassing van de VBER en voor de beoordeling van verticale overeenkomsten die buiten de veilige haven van de VBER vallen.
Voornaamste vernieuwingen
In het algemeen zijn de regels duidelijker en eenvoudiger geworden om ze toegankelijker te maken voor diegenen die er in hun dagdagelijkse bedrijfsactiviteiten mee te maken krijgen. Zo zijn de regels van de VBER onder meer geactualiseerd met betrekking tot de beoordeling van onlinebeperkingen, verticale overeenkomsten in de platformeconomie en overeenkomsten die duurzaamheidsdoelstellingen nastreven.
De veilige haven van de VBER wordt beperkt wat betreft duale distributie en pariteitsverplichtingen (dat zijn verplichtingen voor de verkoper om zijn tegenpartij dezelfde of betere voorwaarden te bieden als die welke worden aangeboden aan andere partijen of via de eigen verkoopkanalen). Dat betekent dat bepaalde aspecten van duale distributie en bepaalde soorten pariteitsverplichtingen in het kader van de nieuwe VBER niet langer zullen worden vrijgesteld, maar voortaan geval per geval aan het verbod van artikel 101 VWEU moeten worden getoetst.
Op andere vlakken wordt de veilige haven van de VBER dan weer uitgebreid. Het gaat enerzijds over bepaalde beperkingen van het vermogen van een afnemer om individuele klanten actief te benaderen. Anderzijds gaat het over bepaalde praktijken met betrekking tot onlineverkoop, namelijk de mogelijkheid om dezelfde distributeur verschillende groothandelsprijzen in rekening te brengen voor producten die online en offline worden verkocht, en de mogelijkheid om verschillende criteria op te leggen voor online- en offlineverkoop in selectieve distributiesystemen.