Belasting van de digitale economie: een echt historisch akkoord voor België?

Op aanzet van de OESO en de G20 hebben 130 landen (op 139) op 1 juli een akkoord bereikt over een hervorming van het internationale fiscale kader voor de belasting van multinationals. De OESO heeft een verklaring gepubliceerd waarin ze het akkoord in grote lijnen samenvat (1). Oorspronkelijk had het overleg tot doel een oplossing te vinden voor de digitalisering van de economie (voor digitale ondernemingen die hun activiteit op afstand uitoefenen zonder een vaste inrichting buiten hun vestigingsland). Onder druk van de Verenigde Staten werd de hervorming uitgebreid tot de volledige economie.


Jean Baeten, COMPETENTIECENTRUM FISCALITEIT & INVESTERINGEN
06 juli 2021

Het akkoord rust op twee pijlers. De eerste pijler betreft een herverdeling van een deel van de geconsolideerde winst van de groepen, dat de winstmarge van 10% overschrijdt. Dan wordt 20% tot 30% van die ‘restwinst’ toebedeeld aan de verschillende landen waarin de groep actief is, in verhouding tot zijn verkoop in elk van die landen. Om dubbele belastingheffing te voorkomen gebeurt een correctie in de landen waar die restwinst is gerealiseerd. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn voor een Amerikaanse groep waarvoor 1 miljard geconsolideerde winst zou worden herverdeeld: dan wordt die correctie in mindering gebracht van de winst van zijn Belgische dochter. Deze pijler zal van toepassing zijn op groepen met een geconsolideerde omzet van meer dan 20 miljard euro. Momenteel zouden ongeveer 100 groepen onder die regel vallen.

De tweede pijler voert een minimumbelasting in van 15% in elk land. Met die regel kan het vestigingsland van de groep de belasting van een dochter in een ander land aanvullen tot het verschil tussen de minimumbelasting van 15% en de effectief toegepaste belasting. Voor bijvoorbeeld een Amerikaanse groep met een dochter in Ierland zouden de Verenigde Staten een aanvullende belasting kunnen heffen van (15% – 12,5% (2) =) 2,5%. Die pijler zal gelden voor groepen met een geconsolideerde omzet van meer dan 750 miljoen euro.

Volgens de meeste commentatoren gaat het hier om een “historisch” akkoord, omdat voor het eerst in de geschiedenis een wereldwijd fiscaal probleem wordt opgelost met een wereldwijd akkoord. Die beoordeling vraagt toch enige nuancering:

- Het akkoord gaat volledig voorbij aan de oorspronkelijke doelstelling van de hervorming. De digitale reuzen blijven volledig belastingplichtig in hun vestigingsland (daar is niets aan veranderd), alleen wordt een deel van de zogenaamde geconsolideerde ‘restwinst’ herverdeeld naar andere landen. In ruil hebben de VS verkregen dat dezelfde regels ook gelden voor alle niet-digitale multinationals, wat erop zal neerkomen dat de VS de nettowinnaars zijn van de hervorming;

- In de overgrote meerderheid van de landen is een minimaal belastingtarief nu al een realiteit. Als dat akkoord komaf maakt met belastingparadijzen en belastingontduiking, is het inderdaad uitstekend nieuws. Maar als het de bedoeling is een ‘race to the top’ in belastingtarieven op gang te brengen, is het heel slecht nieuws. Volgens de economische theorie is de vennootschapsbelasting immers de belasting met het meest verstorende effect voor de economische activiteit, investeringen, innovatie en dus ook tewerkstelling. Het blijft zoeken naar een evenwicht tussen de bijdrage aan de openbare lasten en de ontwikkeling van de economische activiteiten (die de bron zijn van de meeste andere belastingen die de staten innen); 

- Een gevolg van dat minimumtarief zou kunnen zijn dat het Belgische fiscaal beleid ten aanzien van O&O en innovatie opnieuw in vraag wordt gesteld (vooral de innovatie-aftrek). Terwijl alle grote landen tegenwoordig oplossingen aanbieden om hun stimuleringsbeleid voort te zetten, lijkt België om onduidelijke redenen niks te ondernemen, terwijl de betrokken ondernemingen met steeds meer vragen zitten;

- Van de 130 landen hebben er 110 hun fiscale soevereiniteit officieel opgegeven ten voordele van de leden van de G7/G20. Het bovenvermelde akkoord bevestigt een eerder akkoord van de G7 en moet op 9 en 10 juli nog politiek worden bekrachtigd door de G20. Maar aangezien de Europese Unie een effectief lid is van de G20 en voor fiscale aangelegenheden een unanimiteit binnen de Unie vereist is, rijst de vraag of de voorzitster van de Commissie en de voorzitter van de Raad bevoegd zijn om dat akkoord officieel goed te keuren (wat volgens ons niet het geval is). Drie landen (Ierland, Estland en Hongarije) hebben immers officieel hun goedkeuring geweigerd;

- Na lezing van het akkoord blijven heel wat technische kwesties nog onopgelost. Dat verhindert tal van organisaties niet om buitengewone opbrengsten te voorspellen die alleen al voor België tot 20 miljard euro zouden kunnen oplopen. Nochtans had de expert van de FOD Financiën in de Commissie voor Financiën van de Kamer opbrengsten van 75 tot 100 miljoen euro (200 keer minder!) aangekondigd.

VBO - Bij gebrek aan een officiële, openbare en transparante effectenstudie over de budgettaire en economische gevolgen die de hervorming van de G20 voor België inhoudt, blijven heel wat onzekerheden bestaan. Het staat nu al vast dat de grote landen (waar de meeste multinationals hun zetel hebben) bij de hervorming zullen winnen. Maar voor kleine landen met een open, op export gerichte en sterk innoverende economie is dat ver van een uitgemaakte zaak. Vooral de toekomst van het Belgische fiscale beleid inzake O&O en innovatie lijkt bedreigd: groepen zouden voor de locatie van nieuwe investeringen hun voorkeur kunnen laten uitgaan naar grote economieën, waardoor België met kruimels achterblijft wat belastinginkomsten betreft. Het wordt dus hoog tijd dat de minister van Financiën duidelijkheid schept in dit dossier. Zo niet, dan is het voorbarig (en praktisch onmogelijk) om te besluiten dat dit akkoord “historisch” is voor België.

(1) https://www.oecd.org/tax/beps/statement-on-a-two-pillar-solution-to-address-the-tax-challenges-arising-from-the-digitalisation-of-the-economy-july-2021.pdf
(2) Nominaal tarief in de vennootschapsbelasting in Ierland.

Onze partners

Actiedomeinen

Een gezond ondernemingsklimaat is essentieel voor een gezonde economie en duurzame groei in België. Als VBO nemen we de verantwoordelijkheid om de motor van onze welvaartsstaat op kruissnelheid te houden. Om dat te bereiken, focussen we op 18 actiedomeinen die bijdragen tot een duurzame groei.


VBO-NIEUWSBRIEVEN EN PERSBERICHTEN

Schrijf u nu in en ontvang wekelijks de laatste artikelen direct in uw mailbox.