Nieuwe regels inzake productaansprakelijkheid en artificiële intelligentie

Op 28 september heeft de Europese Commissie twee voorstellen gepubliceerd inzake productaansprakelijkheid. Het eerste voorstel is een herziening van het algemene kader van aansprakelijkheidsregels voor producten. Die herziening strekt ertoe de bestaande regels af te stemmen op het digitale tijdperk, de circulaire economie en de impact van mondiale waardeketens. Het tweede voorstel is een specifieke regelgeving die van toepassing zal zijn op door AI-systemen veroorzaakte schade.


Tine Debaes , COMPETENTIECENTRUM RECHT & ONDERNEMING
04 oktober 2022

Herziening van de richtlijn productaansprakelijkheid

De huidige richtlijn productaansprakelijkheid biedt een gebalanceerd algemeen kader voor burgers die vergoeding willen vorderen voor schade veroorzaakt door gebrekkige producten. Die regels dateren echter uit 1985 en zijn bijgevolg niet afgestemd op allerlei nieuwe digitale technologieën. De herziening strekt er dan ook toe de bestaande regels te moderniseren. Daarbij wordt uitdrukkelijk in het vooruitzicht gesteld dat ook schade veroorzaakt door software of AI-systemen (bijvoorbeeld schade veroorzaakt door een gebrekkige schoonmaakrobot) op basis van de nieuwe richtlijn inzake productaansprakelijkheid verhaald zal kunnen worden.

Het voorstel van richtlijn tracht ook een gelijk speelveld te creëren voor fabrikanten buiten en binnen de EU. Wanneer consumenten schade ondervinden door onveilige producten die van buiten de EU worden ingevoerd, zullen zij zich voortaan voor schadevergoeding kunnen wenden tot de importeur of de vertegenwoordiger van de fabrikant in de EU.

Richtlijn AI-aansprakelijkheid

Het voorstel van richtlijn inzake AI-aansprakelijkheid moet dienen als aanvulling op het algemene kader inzake productaansprakelijkheid. De richtlijn bevat regels die specifiek van toepassing zullen zijn op door AI-systemen veroorzaakte schade. Het beoogde doel is dat mensen die als gevolg van AI-technologie schade lijden, op dezelfde wijze vergoed kunnen worden als wanneer zij onder andere omstandigheden schade hadden geleden.

De richtlijn voorziet daartoe in twee belangrijke nieuwe maatregelen. Ten eerste wordt de bewijslast voor slachtoffers verlicht door de invoering van een vermoeden van oorzakelijk verband. Ten tweede wordt het voor slachtoffers gemakkelijker gemaakt om relevant bewijsmateriaal te verkrijgen. Zo zullen zij  de rechter kunnen verzoeken om bepaalde  informatie over (de werking van) AI-systemen ter beschikking te stellen, om de verantwoordelijke perso(o)n(en) te kunnen identificeren en de eventuele fout(en) te bepalen.

VBO – Een verdere aanpassing van het recht aan de digitale wereld dringt zich op. Daarbij zal moeten worden gewaakt over het evenwicht tussen innovatie enerzijds en het beschermen van andere belangen anderzijds. 

Voor het ‘voorstel voor een herziening van de richtlijn productaansprakelijkheid’: klik hier.

Voor het ‘voorstel voor een richtlijn betreffende de aanpassing van de regels inzake niet-contractuele civielrechtelijke aansprakelijkheid aan artificiële intelligentie’: klik hier.

Foto ©belga

Onze partners

Actiedomeinen

Een gezond ondernemingsklimaat is essentieel voor een gezonde economie en duurzame groei in België. Als VBO nemen we de verantwoordelijkheid om de motor van onze welvaartsstaat op kruissnelheid te houden. Om dat te bereiken, focussen we op 18 actiedomeinen die bijdragen tot een duurzame groei.


VBO-NIEUWSBRIEVEN EN PERSBERICHTEN

Schrijf u nu in en ontvang wekelijks de laatste artikelen direct in uw mailbox.