Pensioenbonus, terug naar af
In 2015 schafte de regering de ‘pensioenbonus’ af omdat ze vaststelde dat die bonus alleen voordeel opleverde voor werknemers die sowieso aan het werk zouden zijn gebleven na de datum waarop ze hun pensioen (vervroegd of op de normale pensioenleeftijd) mochten opnemen. Met andere woorden, de pensioenbonus alleen kan het uittredingsgedrag op de arbeidsmarkt niet veranderen. De toenmalige regering concludeerde dan ook terecht, en op basis van cijfers, dat die maatregel onnodig duur was voor de staatsbegroting.
We dachten dat de maatregel definitief begraven was, maar slechts een paar jaar later ligt hij alweer op tafel. Het is zelfs een van de belangrijkste elementen van de hervorming die federaal minister van Pensioenen, Karine Lalieux, voorstelt. De bedoeling van de maatregel is om werknemers aan te moedigen langer te werken, en op die manier het evenwicht in het pensioenstelsel te herstellen. Volgens de gekozen schattingen zou de maatregel zelfs “geld opbrengen (sic)”. “Dwalen kan iedereen, maar alleen dwazen volharden in hun dwaling”, schreef Cicero (Philippicae XII.5) ...
Laten we ons evenwel geen illusies maken, deze pensioenbonus zal - net als zijn voorganger - geld kosten en de pensioenlasten verder opvoeren. Het cijfer dat daarover circuleert is 0,1 procentpunt van het bbp. Bovendien zal de Federale Pensioendienst, met erg weinig personeel en zonder extra middelen, de regels voor de pensioenberekening opnieuw moeten wijzigen en die wijzigingen aan de burgers moeten toelichten.
VBO - Zouden we de oude recepten die niet werken niet eens kunnen veranderen in plaats van ze telkens te recycleren? Voor het VBO is de invoering van actuariële correcties noodzakelijk om alle werknemers binnen een budgettair neutraal kader vrij te laten kiezen wanneer zij hun pensioen opnemen. De pensioenbonus past helemaal niet in die filosofie.
Foto @belga