Consumentenombudsman: moeten bedrijven betalen?
De regering keurde een wetsbepaling goed die ervoor zorgt dat bedrijven die (vaak) gebruikmaken van de Consumentenombudsdienst, hiervoor in de toekomst zullen moeten betalen. De precieze modaliteiten van deze nieuwe manier van financieren staan nog niet op punt – en dus ook niet in de wet. Ze worden later uitgewerkt in een koninklijk besluit.
De Consumentenombudsdienst is de federale instelling die zich o.a. bezighoudt met het informeren van consumenten en ondernemingen over hun rechten en plichten (functie van contactpunt). Daarnaast fungeert deze ombudsdienst als een soort doorgeefluik van geschillen tussen een consument en een onderneming naar de daartoe bevoegde sectorale entiteit van buitengerechtelijke geschillenbeslechting (ADR-entiteit). Niet elke sector heeft echter een eigen ADR-entiteit. Bij het ontbreken daarvan, neemt de Consumentenombudsdienst het geschil zelf in behandeling (onder bepaalde voorwaarden). De onderneming in kwestie betaalt hiervoor op dit moment niet.
Vandaag gebeurt de financiering van deze Dienst door de overheid zelf en door een bijdrage van de zes wettelijk verankerde sectorale ombudsdiensten (bank-, energie-, post-, telecom-, treinen- en verzekeringssector). Daar wil de regering verandering in brengen door ook een bijdrage te vragen van de ondernemingen waarvan de Consumentenombudsdienst (vaak) geschillen moet behandelen.
VBO – Geschillen buiten de rechtbank oplossen (ADR) is goedkoper, meer laagdrempelig, flexibeler en sneller dan de gerechtelijke procedures. ADR is dus veelal een goede oplossing voor alle partijen. Vele sectoren hebben daarom vandaag al een goed werkende ADR-entiteit, die zij zelf financieren. Het VBO vindt het dan ook niet onlogisch dat de ondernemingen die geen ADR-entiteit financieren, in zekere mate, moeten bijdragen aan de werking van de Consumentenombudsdienst. Bedrijven moeten immers aangemoedigd worden om zich aan te sluiten bij hun sectorale ADR-entiteit. Men kan zich echter wel afvragen of het ook niet nuttig zou zijn om een bijdrage te vragen van de consument wanneer deze een lichtzinnige klacht neerlegt bij de Consumentenombudsdienst.