Klokkenluiders - De verplichte invoering van een meldingskanaal
De ministerraad heeft in eerste lezing een voorontwerp van wet tot omzetting van de klokkenluidersrichtlijn goedgekeurd. Hoewel de tekst vermoedelijk nog enkele wijzigingen zal ondergaan, weten de ondernemingen voortaan waar ze aan toe zijn.
Ter herinnering: de richtlijn wil schade aan het algemeen belang voorkomen via de invoering, binnen de werkgerelateerde context, van een systeem om disfuncties bij een overheidsorganisatie of private organisatie in een vroeg stadium in kaart te brengen en te beheren. Ze biedt de melders tegelijk een doeltreffende bescherming (verbod op represailles, recht op informatie enz.).
Concreet betekent dit dat de ondernemingen, binnen elke entiteit van meer dan 50 werknemers, een kanaal en procedures moeten opzetten voor de interne melding en voor de opvolging, na raadpleging van de sociale partners. Werknemers zullen ook informatie over vermoedelijke inbreuken kunnen melden bij externe autoriteiten die speciaal daarvoor zijn aangesteld. In laatste instantie, als binnen de vastgestelde termijn geen passende maatregel werd getroffen als reactie op een externe melding, zal de klokkenluider zijn informatie openbaar mogen maken.
Het parlement zou de tekst moeten goedkeuren voor 21 juli 2022. Het voorontwerp van wet voorziet in een overgangstermijn van twee maanden zodat de grote en kleine ondernemingen uit de financiële sector zich aan de nieuwe wetgeving kunnen aanpassen. Dat betekent dus dat de klokkenluiders die aan de wettelijke voorwaarden voldoen zich vanaf september 2022 kunnen beroepen op hun beschermingsstatuut en dat de juridische entiteiten in de privésector met meer dan 250 werknemers hun interne meldingskanaal geïmplementeerd moeten hebben. De kleinere juridische entiteiten krijgen uitstel tot 17 december 2023.
Het VBO juicht de inspanningen van het kabinet-Dermagne toe, want het heeft rekening gehouden met de bezorgdheden die de sociale partners kenbaar maakten in hun advies van 30 november 2021. In de opties die in de richtlijn worden voorgesteld, maakt de auteur van het wetsontwerp namelijk evenwichtige keuzes.
Enerzijds worden, wat betreft de autoriteiten die bevoegd zijn om de externe meldingen te ontvangen en op te volgen, door het voorontwerp bestaande middelen ingezet door te voorzien in de aanstelling van verschillende autoriteiten. Het kan gaan om gerechtelijke autoriteiten, regelgevende of toezichthoudende instanties in de specifieke betrokken domeinen of om autoriteiten die over meer algemene bevoegdheden beschikken op staatsniveau. Indien in een bepaald domein geen autoriteit werd aangesteld, zal de federale Ombudsman als bevoegde autoriteit fungeren.
Anderzijds zal het voorontwerp, door het aanbieden van een flexibel kader voor de invoering van interne meldingskanalen, de invoering en het beheer ervan bevorderen, in het bijzonder voor de kleinere entiteiten:
- Ten eerste zullen de ondernemingen de meest geschikte persoon of dienst kunnen kiezen voor het ontvangen en opvolgen van de meldingen, op voorwaarde dat hun onafhankelijkheid gewaarborgd blijft.
- Ten tweede zouden de entiteiten met minder dan 250 werknemers niet verplicht zijn om anonieme meldingen over inbreuken te aanvaarden en op te volgen.
- Ten slotte zijn de ondernemingen (met uitzondering van die in de financiële sector) vrij om hun interne kanaal open te stellen voor andere personen dan hun werknemers: zelfstandigen, aandeelhouders en (niet-)uitvoerende leden, contractanten, klanten enzovoort.
Het is daarentegen opmerkelijk dat bijzonder strenge sanctiemaatregelen gelden voor ondernemingen die het beschermende kader van de klokkenluiders niet respecteren (boetes en gevangenisstraffen, recht op re-integratie ...), terwijl de auteur van het voorontwerp van wet geen enkele specifieke sanctie heeft opgenomen om bewust valse openbaarmakingen te ontmoedigen.
Het VBO zal binnenkort een studienamiddag organiseren om de ondernemingen te begeleiden bij de invoering van hun kanalen en procedures voor interne meldingen.
Foto ©Scott Graham on Unsplash