Reactie VBO op vakbondsacties: verdeling welvaartsenveloppe kan én verdient beter
Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) is niet te spreken over de verschillende acties van het gemeenschappelijke vakbondsfront die bedrijven in het hele land treffen. De 3 vakbonden ACV, ABVV en ACLVB voeren vandaag een gemeenschappelijke actie om druk te zetten op de onderhandelingen over de verdeling van de welvaartsenveloppe. Door hun acties en stakingen treffen de vakbonden opnieuw de bedrijven die na weken van lockdown nog steeds te kampen hebben met de zwaarste economische crisis in decennia.
Vandaag voeren de vakbonden acties en eisen ze een sterke verhoging van de uitkeringen en de minimumpensioenen, een aanhoudende bevriezing van de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen en meer geld voor de sociale zekerheid. Ze vergeten daarbij echter te kijken naar de houdbaarheid van ons socialezekerheidssysteem en naar de performantie van de uitgaven. De coronacrisis toonde het belang aan van onze sociale zekerheid. Maar om in de toekomst een duurzame sociale zekerheid te kunnen blijven garanderen, moet volgens het VBO efficiënt en verantwoordelijk worden omgegaan met zowel de inkomsten als de uitgaven.
Welvaartsenveloppe, gebaseerd op achterhaalde parameters
Naast een andere verdeling van de welvaartsenveloppe (zie verder) pleit het VBO ook voor een herziening van de parameters die de grootte van de welvaartsenveloppe bepalen. Zo wordt de welvaartsenveloppe nog steeds berekend op basis van achterhaalde parameters uit het generatiepact van 2005. Bovendien gaat men voor de berekening van de enveloppe nog steeds uit van een productiviteitsgroei van 1,75% (een achterhaald cijfer dat nog dateert uit 2005), terwijl uit de cijfers van het Federaal Planbureau blijkt dat de productiviteitsgroei structureel slechts 0,8% bedraagt (cijfers uit 2019 voor de periode 2021-2024). Overigens wordt zelfs nog geen rekening gehouden met de zware economische impact van de coronacrisis. Pure fictie dus in een jaar waarin grote productiviteitsverliezen werden geleden.
VBO voorstander van efficiëntere toewijzing van welvaartsenveloppe
Het VBO vraagt om de overheidsmiddelen zo optimaal mogelijk in te zetten om de armoederisico’s doelgericht aan te pakken. Die enveloppe moet dus ingezet worden voor de mensen die ze het hardst nodig hebben, in plaats van ze zeer breed te verdelen over de vele categorieën. Anders zouden zij die het echt nodig hebben slechts een heel klein stukje van de taart krijgen. Het brede eisenpakket van de vakbonden is volgens het VBO dus een gemiste kans om een belangrijke verbetering te realiseren waar die het meeste nodig is.
Competitieve loonkosten en efficiënte verdeling van de welvaartsenveloppe: twee zijden van dezelfde medaille
De vakbonden beschouwen de koppeling van de gesprekken over de sociale uitkeringen van niet-werkenden aan de onderhandelingen over de lonen van werknemers als chantage. Volledig onterecht. Sinds de invoering van de welvaartsenveloppe in 2005 (!) is dat steeds het geval geweest. Tijdens het Interprofessioneel Akkoord (IPA) werden beide dossiers altijd samen besproken. Maar ook inhoudelijk is het de evidentie zelve daar zowel actieven als uitkeringstrekkers als bedrijven er belang bij hebben dat er een duidelijk globaal kader is voor zowel werknemers als uitkeringstrekkers. Daarom bood het VBO de bonden aan om de besprekingen over de welvaartsenveloppe én de loonnorm nu al op te starten.
“In een tijd waarin de schaarse overheidsmiddelen het best zo efficiënt en doeltreffend mogelijk ingezet worden, willen we de welvaartsenveloppe in de eerste plaats inzetten waar die het grootste armoedebestrijdend effect heeft. Beter iets meer voorzien voor een kleinere groep die het echt nodig heeft, dan een klein bedrag verspreiden over velen. Verder is het zo dat sterke en competitieve bedrijven de beste garantie zijn voor een sterke sociale zekerheid. Daarom zijn het loonoverleg en de invulling van de welvaartsenveloppe twee zijden van éénzelfde medaille. Het eerste zorgt voor competitieve bedrijven die jobs kunnen creëren en zo de sociale zekerheid financieren; het tweede zorgt ervoor dat de schaarse middelen in de eerste plaats terechtkomen bij degenen die ze het meest nodig hebben”, aldus Pieter Timmermans en Monica De Jonghe, respectievelijk gedelegeerd bestuurder en directeur-generaal van het VBO.