Nieuws 20 december 2023

De generatieparadox van de pensioenen

Volgens een artikel in De Tijd van 13 december zijn Belgen boven de 65 jaar erg afhankelijk van hun wettelijke pensioen, dat bijna 86% van hun gemiddelde inkomen uitmaakt. Tegelijkertijd denkt de helft van de jongeren geen wettelijk pensioen te zullen ontvangen. Het is daarom hoog tijd om actie te ondernemen en een oplossing te vinden voor die paradox, want we mogen geen hele generatie aan haar lot overlaten.

Het pensioenstelsel is gebaseerd op de uitvoering van een (impliciet) ‘contract tussen generaties’ dat die generaties sterk verbindt in een systeem van wederzijdse rechten en plichten in de tijd. Het is dan ook erg zorgwekkend dat we moeten vaststellen dat de jongere generatie niet meer in dat contract gelooft. Tegelijkertijd is hun bezorgdheid niet ongegrond, want het is een feit dat ons systeem bijzonder verlieslatend is en dat de schuldenlast van ons land buitensporig hoog is. In plaats van een generatie te beroven van de voordelen van een wettelijk pensioen, moeten daarom dringend de noodzakelijke hervormingen worden doorgevoerd, zodat de effecten ervan tijdig voelbaar worden.

Voor het VBO moet de pensioenhervorming gericht zijn op het herstellen van de gelijkheid tussen generaties en tussen burgers binnen dezelfde generatie.

We stellen daarom voor om op twee niveaus te werken: ten eerste moeten we het DNA van het wettelijke pensioen herstellen, dat wil zeggen een vervangingsinkomen bieden voor inkomen uit arbeid als gevolg van het ‘risico op ouderdom’. Daarom moeten we werk opnieuw centraal stellen in het pensioenstelsel en de bestaande solidariteitsmechanismen heroverwegen (wat niet wil zeggen dat herverdelingsmechanismen niet nodig zijn, maar we moeten voorkomen dat die mechanismen ertoe leiden dat werknemers worden ontmoedigd om bij te dragen aan het stelsel) om ervoor te zorgen dat werken altijd meer loont dan niet-werken.

Het stelsel moet ook een samenhangende boodschap uitdragen. Als het doel is om een werkzaamheidsgraad van 80% te bereiken (een doelstelling waar we achterstaan), dan is het essentieel dat het pensioenstelsel voldoende stimulerend is. Naast de gelijkgestelde perioden, moet ook het systeem van de actuariële correcties, dat we vorige week bespraken, worden aangepakt.

Ten tweede kunnen we niet anders dan vaststellen dat de verschillen tussen statuten in België erg uitgesproken zijn. Statutairen ontvangen de helft van de pensioenuitgaven, ook al zijn er vijf keer minder statutairen dan werknemers. Die kloof is zo groot omdat de regels voor het berekenen van pensioenen en loopbanen voor beide statuten sterk verschillen.

Het stelsel voor statutaire ambtenaren is niet alleen extreem duur, maar ook zeer ongelijk. Het klopt dat de ambtenarenpensioenen lange tijd een uitgesteld loon waren om de lagere lonen tijdens hun loopbaan te compenseren, maar tegenwoordig zijn de lonen van ambtenaren vergelijkbaar met die in de privésector. Het lijkt daarom moeilijk te rechtvaardigen dat werknemers die vergelijkbaar werk leveren verschillende rechten openen, naargelang ze voor een overheid of voor een privéonderneming werken. En dat is nog minder te begrijpen wanneer die verschillen zich voordoen binnen eenzelfde instelling.

Alsof dat alles nog niet genoeg is, moeten we tot slot nadenken over een methode voor het aanpassen van de huidige pensioenen die rekening houdt met de ontwikkeling van de pensioenlasten voor de beroepsbevolking om ervoor te zorgen dat de inspanning over een zo eerlijk en breed mogelijke basis wordt verdeeld.

Kortom, het is hoog tijd dat het pensioenstelsel wordt herzien om de jongere generaties perspectief te bieden en ervoor te zorgen dat ook zij kunnen genieten van een wettelijk pensioen wanneer ze dat nodig zullen hebben. Dat belet niet dat verdere inspanningen moeten worden geleverd om een sterke tweede pijler uit te bouwen die toegankelijk is voor zoveel mogelijk werknemers.

Deel deze pagina:
This site is registered on wpml.org as a development site. Switch to a production site key to remove this banner.