Op 30 en 31 januari organiseerde het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie in Brussel een internationale conferentie over mentale gezondheid en werk. Het evenement bracht experts, sociale partners en beleidsmakers (waaronder Europees commissaris Nicolas Schmit en ministers Petra De Sutter en Pierre-Yves Dermagne) samen om de problematiek van mentale gezondheid op Europese werkplekken aan te pakken.
De conferentie volgde daarbij het continuüm van preventie: primaire (voorkomen), secundaire (vroege detectie en interventie) en tertiaire (behandeling en terugkeer naar werk). Veel aandacht ging dus naar de preventiecultuur, de behoefte aan een geïntegreerde aanpak, een sterk wetgevend kader op Europees niveau, een betere anticipatie op toekomstige crisissen en het belang van de sociale dialoog.
Namens het Belgische en Europese bedrijfsleven benadrukt Kris De Meester (VBO) het belang van het inzetten op mentale gezondheid. Ondernemingen kunnen maar productief en duurzaam zijn als ze ook inzetten op bevlogen en gezonde werknemers. Dat vraagt een pragmatisch en resultaatgericht beleid en een aanpak waarmee alle organisaties, groot en klein, privé en publiek aan de slag kunnen. Succes komt niet voort uit een ‘technische’ benadering met wetgeving, risicoanalyses, procedures en opleidingen, maar uit een veel bredere aanpak die de werknemer als mens centraal stelt.
Een mirakeloplossing is er niet. Het komt er concreet op neer om een balans te zoeken tussen de persoon (werknemer) met zijn competenties (kennis en vaardigheden), aspiraties (ambitie, wat wil je bereiken), waarden, gezondheidstoestand én de feitelijke werksituatie (jobinhoud, arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en arbeidsrelaties binnen een bepaalde arbeidsorganisatie). Werknemers inzetten op basis van hun kwaliteiten, talenten en vaardigheden, met voldoende regel- en ontwikkelingsmogelijkheden en rekening houden met hun persoonlijke noden en aspiraties is de sleutel tot succes. Voeg daar nog aan toe dat jobs evolueren, net als competenties, en je beseft dat het gaat om een dynamische balans die continue inspanningen vergt van management en werknemers zelf. Kris De Meester verwees als voorbeeld naar de aanpak die de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad ontwikkelden in het kader van de burnoutpreventieprojecten, waarin bovenstaande elementen worden geïntegreerd.
Een peiling bij de experts in de zaal leerde dat zij alvast opteren voor een organisatiecultuur gericht op preventie eerder dan op nieuwe (Europese) wetgeving. Een heel ander signaal hoorden we in de politieke debatten. De politici, duidelijk al in electorale modus, zien de oplossing vooral van zichzelf komen met een nauwelijks op feiten gebaseerd pleidooi voor een nieuwe Europese richtlijn rond mentale gezondheid. Daarbij gingen ze vlot voorbij aan de eerder op de dag door academici gepresenteerde studies waarin België met zijn gedetailleerde wetgevende aanpak, samen met Frankrijk, zowaar de slechtste resultaten van heel Europa laat noteren … De woorden ‘geïntegreerde aanpak’, ‘focus op wat werkt’ en ‘in nauw overleg met de sociale partners’, klonken dan ook nogal hol.
Lees meer artikels over:
