Nieuws 23 oktober 2023

Het mobiliteitsbudget: na vier jaar nog steeds onderbenut

Het mobiliteitsbudget is een alternatief voor de bedrijfswagen. Het wordt toegekend aan werknemers die afstand doen van hun bedrijfswagen. Die werknemers kunnen hun budget vrij verdelen over drie ‘pijlers’, namelijk: ‘milieuvriendelijke bedrijfswagen’, ‘duurzame vervoersmiddelen en huisvestingskosten binnen een straal van 10 km’ en ‘uitbetaling in geld van het resterende saldo’.

Onlangs, vier jaar na de invoering van het mobiliteitsbudget, is het koninklijk besluit dat de regels voor de berekening en bestedingen van pijler 1 vaststelt, gewijzigd om tegemoet te komen aan opmerkingen van het VBO en leden van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en de Nationale Arbeidsraad (CRB-adviezen 2022-3150 en NAR-advies 2021-2650).

De nieuwe regels zijn bedoeld om de administratieve lasten voor bedrijven te verlichten en alle gebruikers meer rechtszekerheid te bieden, door de mogelijkheid in te voeren om een forfaitaire formule te gebruiken, zowel voor het bepalen van het bedrag van het mobiliteitsbudget zelf als voor het berekenen van het bedrag van de bestedingen onder pijler 1. Het gebruik van die forfaitaire formules is optioneel voor bedrijven. Het is ook mogelijk om een referentiewagen te gebruiken voor de functiecategorie waartoe de werknemer behoort, om berekeningen op basis van individuele situaties te vermijden. Dezelfde methode moet natuurlijk consequent worden toegepast in het hele bedrijf en blijft drie jaar geldig. Het koninklijk besluit voorziet in de implementatie van de nieuwe berekeningsmethoden vanaf januari 2024. 

Het toewijzen van het mobiliteitsbudget volgens drie pijlers is een echte stimulans voor duurzame alternatieven. Het biedt werknemers namelijk de mogelijkheid om te kiezen tussen verschillende vervoerswijzen naargelang hun behoeftes en vormt zo een echt alternatief voor de bedrijfswagen.

De nieuwe berekeningsregels zorgen voor een verbetering van de wettelijke regeling. Maar de regelgeving is nog steeds te complex en niet flexibel genoeg om bedrijven aan te moedigen om de sprong te wagen. Volgens een recente studie van SD Worx bij meer dan 36.000 werkgevers en meer dan 1,1 miljoen werknemers, biedt slechts 2,46% van de Brusselse werkgevers, 0,58% van de Vlaamse werkgevers en 0,35% van de Waalse werkgevers een mobiliteitsbudget (jaar 2022) aan in plaats van een bedrijfswagen. Dat is nog te weinig. Het is essentieel om naar bedrijven te luisteren om de obstakels te begrijpen en weg te nemen, zelfs als dat betekent dat de regelgeving opnieuw moet worden aangepast om van het mobiliteitsbudget een doeltreffend instrument te maken dat echt is aangepast aan de behoeften. 

 

 

 

 

 

 

Deel deze pagina:
This site is registered on wpml.org as a development site. Switch to a production site key to remove this banner.