Nieuws 20 september 2023

Nieuwe raming van de loonkostenhandicap door de CRB

Volgens een artikel in De Tijd van 14/9 op basis van nog vertrouwelijke CRB-cijfers zou de loonkostenhandicap ten opzichte van onze drie buurlanden en vergeleken met 1996, die in 2022 en 2023 een sterke stijging kende, volgend jaar wat kleiner worden en eind 2024 iets minder dan 2% moeten bedragen. Goed nieuws?

Wat is de loonkostenhandicap?

Om te begrijpen wat we bedoelen als we het hebben over de loonkostenhandicap, moeten we er eerst aan herinneren dat in België de loonevolutie wordt geregeld door de wet van 26 juli 1996, herzien in 2017, tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, beter bekend als de ‘wet van 1996’. De strikte toepassing van die wet moet ervoor zorgen dat, sinds 1996, de uurloonkosten in België niet sneller stijgen dan gemiddeld in de drie buurlanden. Die wet kwam niet uit het niets, ze werd ingevoerd om te voorkomen dat de lonen in België te snel zouden stijgen ten opzichte van de lonen van onze belangrijkste handelspartners, waardoor het concurrentievermogen van Belgische ondernemingen zou afnemen, met verlies van marktaandeel en jobs tot gevolg.

De wet van 1996 werkt …

… maar de impact van de inflatiecrisis zal ervoor zorgen  dat de opgebouwde loonkostenhandicap niet in één enkele IPA-periode kan worden gecorrigeerd. België is namelijk nog steeds een van de enige landen ter wereld die de automatische loonindexering toepassen. De hoge inflatie die sinds eind 2021 ontstond als gevolg van de stijgende energieprijzen werd daardoor automatisch doorberekend in de loonstijgingen. In zijn technisch verslag 2022, dat werd gepubliceerd op 25 oktober 2022, schatte de CRB bijgevolg enerzijds dat de loonkostenhandicap eind 2022 1,9% zou bedragen en anderzijds dat, hoewel de maximaal beschikbare marge die in het interprofessioneel akkoord 2023-2024 op 0% werd gezet voor loonsverhogingen boven op de indexering, België eind 2024 nog steeds een handicap zou hebben ten opzichte van zijn drie buurlanden. Op dat moment schatte de CRB dat de lonen in België in de periode 2020-2024 5,7% sneller zouden stijgen dan het gemiddelde in de drie buurlanden. Het is die schatting van de loonkostenhandicap in 2024 die de CRB zojuist heeft bijgewerkt op basis van de nieuwe economische vooruitzichten van juni 2023 van de Europese centrale banken, en die dus minder dan 2% zou moeten bedragen tegen eind 2024. Hoewel die vaststelling minder alarmerend is, blijft de conclusie ongewijzigd. De gevolgen zouden weliswaar ‘minder slecht dan voorspeld’ moeten zijn, maar de loonkostenhandicap blijft toenemen …

Wat verklaart die minder pessimistische prognose?

Ten eerste zijn de recente verwezenlijkingen en de nieuwe inflatieprognoses (en dus de indexering, zij het met enige vertraging) in België enigszins naar beneden bijgesteld voor het jaar 2022 en 2023, en naar boven, maar in mindere mate, voor het jaar 2024. 

Ten tweede zijn de loonsverhogingen in de buurlanden naar boven bijgesteld voor zowel de periode 2020-2022 als 2023-2024. Er moet echter op worden gewezen dat het bij die resultaten gaat om erg onzekere voorspellingen. Eerst en vooral blijft de onderliggende inflatie (exclusief energieproducten en onbewerkte voedingsmiddelen) in België zeer hoog. Daarnaast zijn de recente stijgingen van de olieprijzen zorgwekkend en lijken ze een verdere stijging van de energieprijzen aan te kondigen. Tot slot zijn de loonstijgingen in de buurlanden in 2023-2024 deels het gevolg van grote en gerichte anti-inflatiepremies (met name in Duitsland). Zullen die premies vanaf 2025 opnieuw worden toegekend? Als dat niet het geval is, zal onze loonkostenhandicap vanaf 2025 automatisch toenemen.

De absolute loonkostenhandicap neemt toe

Binnen die onzekere context is één ding zeker: de lonen zijn in België van 1996 tot vandaag sneller gestegen dan gemiddeld het geval was in de drie buurlanden. Bovendien moet eraan worden herinnerd dat onze loonkosten in absolute termen beduidend hoger zijn dan in de drie buurlanden, aangezien er ook in 1996 al een aanzienlijke loonkostenhandicap bestond (zie grafiek). In 2023 zal ons land opnieuw te maken krijgen met een absolute loonhandicap van meer dan 14%, die – laten we hopen – tegen 2024 kan worden teruggebracht tot 13%. Dat blijft echter een aanzienlijke kloof die steeds zwaarder begint te wegen. De meeste exportgerichte bedrijven die te maken hebben met internationale concurrentie beginnen die impact dan ook te voelen. De marges van die bedrijven krimpen en de economische groei vertraagt. Het zal aan de volgende regering zijn om maatregelen te nemen om de situatie bij te sturen en het concurrentievermogen van onze ondernemingen te herstellen.

Grafiek : Absolute loonkosthandicap ten opzichte van de drie buurlanden van 1996 tot 2024

Absolute loonkostenhandicap.png

Bronnen: CRB, centrale banken en VBO-berekeningen.

Deel deze pagina:
This site is registered on wpml.org as a development site. Switch to a production site key to remove this banner.