De wet houdende diverse bepalingen inzake economie, die op 8 februari door het parlement werd goedgekeurd, verduidelijkt welke informatie moet worden opgenomen in het precontractuele informatiedocument in het kader van een commerciële samenwerkingsovereenkomst, zoals een franchiseovereenkomst.
Die wet vervolledigt de lijst met belangrijke contractuele bepalingen die moeten worden vermeld in het precontractuele informatiedocument (PID). Met die informatie kan de draagwijdte van de commerciële samenwerkingsovereenkomst goed worden beoordeeld. Die lijst met bepalingen, die te vinden is in boek X van het Wetboek van economisch recht (WER), zal limitatief zijn om meer duidelijkheid en logica te scheppen in de bepalingen van het PID.
Deze wijziging van Boek X vloeit voort uit het advies van de Arbitragecommissie van 10 juni 2022 betreffende de belangrijke contractuele bepalingen en de verplichtingen die, voor het sluiten van een commerciële samenwerkingsovereenkomst, in het PID moeten worden vermeld. In dat advies stelt de Arbitragecommissie een limitatieve lijst van belangrijke contractuele bepalingen voor om de rechtszekerheid te verbeteren.
Tot dusver verplichtte artikel X.28 van het WER degene die het recht verleent om een commerciële formule te gebruiken (in veel gevallen de franchisegever) om ten minste één maand voor het sluiten van de commerciële samenwerkingsovereenkomst een ontwerp van de overeenkomst, evenals een afzonderlijk document met bepaalde informatiegegevens te verstrekken aan de persoon die het recht op gebruik van de commerciële formule verkrijgt (vaak een franchisenemer).
Die lijst met informatiegegevens was echter niet limitatief. Sommigen gingen zelfs zo ver dat ze de overeenkomst gewoon in het PID kopieerden uit angst om een verplichting die belangrijk zou kunnen worden geacht te vergeten, waardoor de aandachtspunten die het PID zou moeten benadrukken, werden overstemd.
Om dergelijke afwijkingen te voorkomen stelde de Arbitragecommissie voor om de lijst te beperken tot een limitatieve lijst en aan te geven welke gevolgen aan de niet-naleving van die ‘belangrijke’ verplichtingen verbonden zijn, zoals het recht tot ontbinding of andere contractuele pecuniaire sancties.
Het VBO en de vele sectoren die te maken hebben met commerciële samenwerkingsovereenkomsten verwelkomen deze wijziging van het WER, die niet alleen voor duidelijkheid zorgt over de inhoud van het PID, maar het document ook nuttiger en duidelijker maakt voor beide partijen bij het contract.
Lees meer artikels over:
