Een ‘Europa sterker in de wereld’, dat is waar het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) voor pleit in het kader van de nakende Europese verkiezingen. De werkgeversorganisatie roept de politieke partijen op om zowel het concurrentievermogen van de bedrijven als de te hoge regeldruk bovenaan het prioriteitenlijstje te zetten. In zijn memorandum stelt het VBO dat de Europese Unie voor alle ondernemingen, zowel grote als kleine, de regio bij uitstek moet worden voor ondernemerschap, innovatie en investeringen.
De Europese economische integratie is de motor van groei en welvaart voor onze kleine, open economie. Maar door structurele zwakheden en door de verschillende wereldwijde ontwikkelingen op geopolitiek vlak, is de creatie van groei en welvaart echter niet langer vanzelfsprekend. Het is daarom meer dan ooit noodzakelijk dat Europa volop inzet op het versterken van het internationale concurrentievermogen van Belgische en Europese ondernemingen.
Geen Green Deal zonder een ‘industrial deal’
Om het concurrentievermogen te versterken, stelt het VBO 12 hefbomen voor als prioriteiten voor de Europese legislatuur 2024-2029 (een volledig overzicht vindt u hier). Ze vormen de basis voor een nieuwe ‘industrial deal’, met andere woorden een echt competitiviteitspact ten bate van de industrie en de dienstensector dat bedoeld is als aanvulling op de ‘Green Deal’.
Waarom? Als we even teruggaan in de tijd, zien we dat de afgelopen decennia de evolutie van het bbp in de EU en in de VS vrijwel dezelfde trend volgde. De afgelopen jaren werd de kloof echter groter en groter ten nadele van de EU.
Zo’n ‘industrial deal’, onmisbaar voor het succes van de Green Deal, moet steunen op een aantal hefbomen, waaronder een goed functionerende interne markt, een aantrekkelijk fiscaal kader, een ambitieus en evenwichtig handelsbeleid, een stimulerend innovatiebeleid, de beschikbaarheid van Europees en niet-Europees talent, betrouwbare en betaalbare energie en een kwalitatief regelgevingskader.
Het paradepaardje van de huidige Europese Commissie is de Green Deal. Het Belgische bedrijfsleven steunt die groene transitie en kiest er resoluut voor om een deel van de oplossing te zijn. Maar de Green Deal op zich is onvoldoende een groeimotor. We moeten vaststellen dat de Europese Commissie te weinig aandacht had voor de competitiviteit.
Minder regeldrift en minder administratieve lasten
Daarnaast werd de Europese legislatuur van 2019-2024 gekenmerkt door een lawine aan regelgeving, en ging ze gepaard met ambitieuze doelstellingen, diverse verplichtingen en andere zware administratieve lasten voor alle ondernemingen. De prioriteit moet daarom nu liggen bij het stabiliseren en uitvoeren van het Europese regelgevingskader en het verminderen van de regeldruk.
De impact van de Europese regeldrift op de bedrijven is enorm. Duizenden pagina’s aan regelgeving en rapportageverplichtingen overspoelden het bedrijfsleven in de afgelopen legislatuur. Daarom moeten de bestaande regels regelmatig worden geëvalueerd op hun effectiviteit en impact op de competitiviteit. Regels die niet langer geschikt zijn voor hun doel moeten worden herzien of afgeschaft. Zo stelt het VBO voor dat het bestaande ‘one in, one out’-principe en instrumenten zoals de ‘competitiveness check’ en de kmo-toets rigoureus moeten worden toegepast. Bovendien vraagt het VBO de invoering van een ‘innovation stress test’ om te controleren of nieuwe Europese initiatieven de innovatie niet ontmoedigen of ondermijnen.
Daarnaast moet de Europese Commissie systematisch rekening houden met de cumulatieve kosten en administratieve lasten van alle compliance- en rapportageverplichtingen, en de impact daarvan berekenen op de competitiviteit. We zijn dan ook van mening dat het initiatief van de Europese Commissie om de rapportageverplichtingen van bedrijven met 25% te verminderen, dringend moet worden geconcretiseerd in staalharde ingrepen.
Verdieping van de Europese interne markt
De Europese interne markt met haar vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen is van cruciaal belang voor ons land. 43,2% van het Belgische bbp hangt af van de intra-Europese handel in goederen. Dat is veel meer dan het Europese gemiddelde van 20% en maakt van ons land een van de sterkst geïntegreerde economieën op de interne markt.
Jammer genoeg zijn er nog heel wat belemmeringen voor bedrijven die een optimale benutting van de interne markt in de weg staan. Zo berekende de Europese Commissie dat een optimalisatie van de interne markt 713 miljard kan opbrengen tegen 2029.
Daarom vraagt het VBO om de interne markt verder te verdiepen en bestaande obstakels weg te werken. Dat kan via meer wederzijdse erkenning van nationale wetgevingen, door de invoering van industriegedreven standaarden en waar nodig door de harmonisering van regels (zo zijn er bijvoorbeeld nog steeds 27 btw-stelsels). De Europese regels moeten eenduidiger worden om een homogenere omzetting en uitvoering door de lidstaten te garanderen.
15 minuten met de nieuwe Commissievoorzitter
Het water staat de ondernemingen aan de lippen, vandaar dat we met onze voorstellen een onderhoud vragen van een kwartier met de volgende Commissievoorzitter. Dat lijkt ons ruim voldoende om aan te tonen waar de problemen zich bevinden en wat er aan kan worden gedaan.
Deze Europese legislatuur stond in het teken van de ‘Green Deal’. De volgende Europese Commissie moet in het teken staan van een ‘new industrial deal’, of met andere woorden: een echt competitiviteitspact dat bedoeld is als aanvulling op de Green Deal. Zonder de ene deal kan de andere niet slagen. Verder moet er voor elke nieuwe administratieve last een andere verdwijnen. Anders dreigen de Europese instanties hun draagvlak bij de ondernemers te verliezen.
U kan ons volledig Europees memorandum hier lezen
Lees meer artikels over:
