Nieuws 07 mei 2024

Flexi-jobs – Een grote gemiste kans

Het regelgevend kader voor flexi-jobs is sinds 1 januari 2024 hervormd. Hoewel we de eerste aankondigingen over het hervormingsvoorstel positief onthaalden, werd jammer genoeg al snel duidelijk dat de concrete gevolgen van de hervorming totaal contraproductief zouden zijn. Doordat een efficiënt – en vooral veralgemeend gebruik van de regeling wordt belemmerd, wordt het voor heel wat bedrijven zo goed als onmogelijk om er gebruik van te maken.

De eerste belemmering is het resultaat van de verschillende behandeling van sectoren naargelang het moment waarop ze ‘toetreden’ tot de flexi-jobregeling. De regeling was aanvankelijk namelijk bedoeld als een maatregel (naast onder meer de ‘witte’ kassa) voor de horeca, die al snel werd uitgebreid naar een aantal andere sectoren.

Door de hervorming is het voor de meeste sectoren pas mogelijk om gebruik te maken van de flexi-jobregeling na een opt-in op basis van een sectorale overeenkomst. Dat betekent dat daarover moet worden onderhandeld met de sectorale vakbondsorganisaties. Sommigen onder hen verzetten zich echter puur ideologisch tegen flexi-jobs.

Voor de sectoren die over een opt-in een overeenkomst konden sluiten, is de (sectorale) autonomie met betrekking tot de bepaling van het toepassingsgebied van de flexi-jobregeling daarnaast erg beperkt. Hoewel de wetgever de sociale partners vrij wilde laten bij het bepalen van het sectorale toepassingsgebied van de flexi-jobregeling, kreeg de RSZ de controlebevoegdheid, die wordt uitgeoefend op basis van criteria die zijn ontworpen om een geautomatiseerde controle mogelijk te maken. Voor de RSZ kan het daarbij alleen om ‘eenvoudige’ criteria gaan, zoals het paritair comité of de NACE-code, terwijl sommige sectoren andere criteria hadden willen kunnen gebruiken.

Een derde belemmering wordt veroorzaakt door de afschaffing van het forfaitaire ‘flexiloon’ voor alle sectoren (met de opmerkelijke uitzondering voor de horeca) en de verplichting om het normale loon te betalen, dat is begrensd tot 150% van het baremieke loon.

Die drie belemmeringen beletten sectoren om hun bedrijven van flexi-jobs gebruik te laten maken en bemoeilijken de tewerkstelling van flexi-jobbers in sectoren waarin de regeling al van toepassing was.

Veel sectoren, waaronder de industrie, overwogen om van die regeling gebruik te maken om onder meer de overdracht van kennis door oudere werknemers te stimuleren en zo een (gedeeltelijke) oplossing te bieden voor het tekort aan arbeidskrachten en de vergrijzing van werknemers.

De hervorming van de flexi-jobregeling, die werd aangekondigd als een van de belangrijkste maatregelen in het ‘sociale’ luik van de federale begroting voor 2024, en een rendement van meer dan 70 miljoen euro zou opleveren, is een gemiste kans. De verschillende contraproductieve beperkingen en voorwaarden maken de regeling voor veel sectoren ronduit onuitvoerbaar.

Het VBO pleit voor een wijziging van het regelgevingskader zodat de regeling self-executing wordt en de zogenaamde antimisbruikmaatregelen worden gecorrigeerd.

Meer algemeen herhaalt het VBO dat er dringend structurele maatregelen nodig zijn om de arbeidsorganisatie te flexibiliseren.

Deel deze pagina:
This site is registered on wpml.org as a development site. Switch to a production site key to remove this banner.