Op 25 oktober 2023 kwamen EU-leiders en sociale partners bijeen voor de tripartiete sociale top. Het thema van die sociale top was: ‘Bouwstenen voor een succesvolle Europese economie voor werknemers en bedrijven’. Als land dat binnenkort, in de eerste helft van 2024, de Raad van de EU zal voorzitten, maakte België deel uit van het trio voorzitterschappen dat aan dat belangrijke evenement deelnam.
Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, benadrukte de cruciale rol van de sociale partners bij het aangaan van economische en sociale uitdagingen. Aangezien miljoenen Europese bedrijven op zoek zijn naar werknemers, is het belangrijk om werknemers te helpen om de nodige vaardigheden te verwerven.
De voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel, herhaalde hoe belangrijk het is om onze externe afhankelijkheid te beperken en de ecologische, digitale en demografische transities aan te pakken: “We moeten ervoor zorgen dat onze economieën eerlijk, veerkrachtig, concurrerend en duurzaam blijven. De Europese sociale partners zullen ons helpen om de onvermijdelijke uitdagingen in dit verband aan te pakken en de transities te laten slagen.”
Namens het roulerende voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie wees Pedro Sanchez, demissionair premier van Spanje, erop dat de tripartiete sociale top een uitgelezen gelegenheid is om de sociale dialoog te bevorderen en alle sociale partners te betrekken bij de verwezenlijking van de doelstellingen van de sociale top van Porto (*).
De voorzitter van BusinessEurope, Fredrik Persson, benadrukte dat Europa de aantrekkelijkste plaats moet blijven voor investeringen, groei en hoogwaardige werkgelegenheid. Het concurrentievermogen zal in ieder geval niet worden versterkt door een opeenstapeling van wetgeving en een grotere inmenging van de staat in de economie. Integendeel, zakendoen in Europa moet net makkelijker worden. Bovendien moet de Europese Commissie haar verbintenis nakomen om de rapportageverplichtingen voor ondernemingen met 25% te verlagen en concurrentiecontroles (competitiveness checks) volledig toe te passen op alle regelgevingsinitiatieven van de EU.
De Belgische ondernemingen werden vertegenwoordigd door Jean-Louis Bremer, die sprak in zijn hoedanigheid van voorzitter van de commissie Sociale aangelegenheden van het VBO. In België zien we een zeer hoge vacaturegraad van 4,6%, een wanverhouding tussen noden en beschikbare beroepsprofielen en een zeer zwakke leercultuur bij volwassenen op arbeidsleeftijd. Om onze welvaart en onze Europese levensstijl te behouden, moeten we onze krachten bundelen om die vaardigheidskloven te dichten. Er werd met name een oproep gericht aan regeringen om ondernemingen en werknemers te ondersteunen in hun opleidingsbehoeften: “Ondernemingen bieden werknemers opleidingen aan om hun vaardigheden, zowel binnen de onderneming als voor hun volledige carrière, te versterken. We hebben geen regelgeving nodig om die opleidingen te organiseren. De overheid zou daarentegen vooral stappen moeten ondernemen om werklozen en inactieven op te leiden.”
Europa moet voorrang geven aan investeringen en hervormingen die gebaseerd zijn op tripartisme, en dus in nauwe samenwerking met de sociale partners werden vastgesteld. Zo moet prioriteit worden gegeven aan het afstemmen van het aanbod aan vaardigheden op de vraag, het stimuleren van ondernemerschap en het bereiken van een hogere arbeidsparticipatie in de samenleving.
(*) Er moeten binnen de EU drie doelstellingen worden bereikt tegen 2030: een arbeidsparticipatiegraad van minstens 78%; de deelname van minstens 60% van de volwassenen aan een opleiding; een beperking van het aantal mensen dat risico loopt op sociale uitsluiting of armoede met minstens 15 miljoen, onder wie 5 miljoen kinderen.
Lees meer artikels over:
