Het toekomstige Belgische voorzitterschap van de Raad van de EU moet het concurrentievermogen van onze ondernemingen versterken

Ter gelegenheid van de presentatie van de belangrijkste prioriteiten van het toekomstige Belgische voorzitterschap van de Raad van de EU, dat op 1 januari van start gaat, herhaalt het VBO zijn verwachtingen: concurrentievermogen, Industrial Deal en minder administratieve lasten.

Op uitnodiging van het VBO kwamen op 23 en 24 november een veertigtal nationale werkgeversfederaties – die lid zijn van de Europese werkgeversorganisatie BusinessEurope – in Brussel bijeen voor de Raad van voorzitters. Die nam er de ‘Brussels Declaration’ aan, waarin de verwachtingen van de Europese werkgevers voor het Belgische voorzitterschap van de Raad van de EU worden uiteengezet.

Drie belangrijke prioriteiten stonden in die verklaring centraal:

• ademruimte creëren op het vlak van regelgeving in een goed geïntegreerde Europese interne markt;
• het juiste evenwicht vinden tussen veiligheid en de ontwikkeling van de Europese economie;
• de ‘Green Deal’ aanvullen met een ‘Industrial Deal’.

Binnen die context gelooft het VBO dat het Belgische voorzitterschap van de Raad van de EU een succes kan worden als:

• de Belgische overheden er bij de onderhandeling van akkoorden over de laatste, nog hangende, wetgevingsdossiers, voor zorgen dat het internationale concurrentievermogen van Belgische en Europese ondernemingen wordt versterkt – en dus niet verzwakt – ten opzichte van hun internationale concurrenten.
  
  België zal er met name op moeten toezien dat de Europese Commissie haar belofte om de rapportageverplichtingen voor ondernemingen met 25% te verminderen, inlost.
• bij het opstellen van de strategische agenda voor de EU-legislatuur 2024-2029 een centrale plaats is weggelegd voor de vaststelling van een ‘Industrial Deal’ ter aanvulling van de ‘Green Deal’. Een dergelijke Industrial Deal, die onmisbaar is voor het succes van de Green Deal, moet gebaseerd zijn op een aantal hefbomen, waaronder een goed functionerende interne markt, een ambitieus en evenwichtig handelsbeleid, een stimulerend innovatiebeleid, de beschikbaarheid van Europees en niet-Europees talent, betrouwbare en betaalbare energie en een kwalitatief regelgevingskader.
  
  Bovendien moet, na de tsunami van Europese regelgeving van de afgelopen jaren, de prioriteit liggen bij het implementeren van al die nieuwe regels en verplichtingen, niet bij het opleggen van nieuwe regels en verplichtingen.

Het VBO wenst alle overheden van het land die betrokken zijn bij dit roulerende voorzitterschap van de Raad, het laatste voor de Europese verkiezingen in juni, veel succes.